Eigenwoningforfait 2021
De belastingdienst ziet het hebben van een eigen woning (hoofdverblijf) als het genieten van inkomsten. Eigenwoningbezitters betalen immers geen huur en hebben wel woongenot. Om dit inkomen (of deze besparing aan huuruitgaven) te belasten is het eigenwoningforfait bedacht.
Het eigenwoningforfait wordt uitgedrukt in een bedrag dat bij het belastbaar inkomen in box 1 wordt opgeteld bij je jaarlijkse inkomstenbelastingaangifte.
Hoe wordt het eigenwoningforfait 2021 berekend?
Jaarlijks ontvang je van je gemeente de WOZ-waarde van je woning. Voor de berekening van het eigenwoningforfait gebruik je de WOZ-waarde op 1 januari van het jaar voor het jaar waarvoor je aangifte doet.
Als de WOZ-waarde tussen de € 75.000 en € 1.110.000 ligt, bedraagt het eigenwoningforfait in 2021 0,50%. Bij een WOZ-waarde hoger dan € 1.110.000, bedraagt het eigenwoningforfait € 5.550 + 2,35% van de waarde van de woning boven € 1.110.000.
Voorbeelden
- Bij een WOZ-waarde van € 300.000 op 1-1-2020 bedraagt het eigenwoningforfait in je inkomstenbelastingaangifte 2021 € 300.000 * 0,50% = € 1.500.
- Bij een WOZ-waarde van € 3.000.000 op 1-1-2020 bedraagt het eigenwoningforfait in je inkomstenbelastingaangifte 2020 € 5.550 + ((€ 3.000.000 – € 1.110.000) * 2,35%) = € 49.965.
Inkomsten uit eigen woning
Het eigenwoningforfait wordt als gezegd opgeteld bij het belastbaar inkomen in box 1. Veelal hebben eigenwoningbezitters een hypotheek waarmee de aankoop van de woning gefinancierd is. Bepaalde kosten, waaronder de rente over de hypotheek (die aan de voorwaarden voldoet) mogen afgetrokken worden in box 1.
Inkomsten uit eigen woning betreft het saldo van inkomsten uit eigen woning (bijvoorbeeld het eigenwoningforfait en verhuurinkomsten) en de aftrekbare uitgaven eigen woning (bijvoorbeeld de hypotheekrente).
Daar de hypotheekrente veelal zorgt voor meer uitgaven dan inkomsten uit eigen woning, zijn de inkomsten uit eigen woning veelal negatief. Dit impliceert dat er een aftrekpost in box 1 ontstaat.